Sjon in de Congo
25 november 2014
Op 22 oktober jl. sprak ik onze clubgenoot Sjon de Blonde. Hij heeft grootse plannen waar hij ons graag deelgenoot van maakt.
Sjon, ik kreeg onlangs een mail van jouw tennismaatjes onder ogen met de titel ‘Sjon in de Congo’. Vertel eens, waar gaat het over?
“Nou, dat gaat over Artsen zonder Grenzen (AzG), waar ik 9 maanden voor ga werken in Congo, in het mobiele team wat zich gaat bezig houden met het opsporen en bestrijden van slaapziekte”.
Slaapziekte?
“Ja, dat is daar een groot probleem geweest; onbehandeld ga je er dood aan. De tseetseevlieg die daar voorkomt brengt een parasietje over, net als bijvoorbeeld bij malaria gebeurt. Dat parasietje blijkt moeilijk te bestrijden”.
Wat ga je precies doen?
“Ik ga dus werken voor AzG. De belangrijkste doelstelling van AzG is basis gezondheidszorg bieden daar waar het niet is. Overigens is AzG ooit begonnen met journalisten en artsen waarbij ‘advocacy’ een groot speerpunt was en is. Integraal onderdeel van het werk van AzG is het naar buiten brengen van medische misstanden, het niet zomaar voorbij laten gaan, er ruchtbaarheid aan geven.
Mijn vak is technisch ondersteunend. Dat betekent dat ik de dagdelen dat ik niet op pad ben met het mobiele team, ik dingen bij het ziekenhuisje zal doen, zoals auto’s laten rijden, stroom laten werken, water laten lopen. De andere dagen ga ik mee op missie, dat wil zeggen de jungle in, de dorpjes in, mensen opzoeken en dan meehelpen met wat er dan en daar nodig is. Dat kan van alles zijn; bijvoorbeeld tenten opzetten, een douche fabriceren. Het is allemaal heel basic en daar moet een handige jongen bij zijn.
Het veldwerk houdt in dat we met mobiele lab apparatuur de boer op gaan om bloed af te gaan nemen bij al die mensen We onderzoeken dat en in geval het parasietje aangetroffen wordt, gaan we behandelen. Als mensen in het tweede stadium van die ziekte zijn, dan heb je toch wel kans op grotere neurologische schade en worden zij meegenomen naar het ziekenhuis voor verdere behandeling”.
Is dit de eerste keer dat je zoiets gaat doen?
“Ja, voor mij is het de allereerste keer. Het speelde al wel veel langer, ik was er vroeger al wel mee bezig. Er zit ergens een verkapte idealist in mij. Ik ben al wel eens eerder wezen kijken en dacht dat het niets voor mij was, toch bleef het altijd in mijn hoofd spelen. Een jaar geleden dacht ik, volgens mij nadat ik een artikel zag van Artsen zonder Grenzen, kom ik ga weer eens kijken. Toen heb ik een internet sollicitatie gedaan, werd uitgenodigd en zij waren enthousiast. Vorig jaar zijn we naar Tanzania geweest, de eerste kennismaking met Afrika, ik vond het fantastisch, er gaat zoveel power vanuit. Allemaal van die dingen, dan valt het een beetje bij elkaar”.
Een verkapte idealist?
“Ik heb altijd wel de drive gehad om iets meer voor een ander te kunnen doen. Ik ben ook fysiotherapeut geworden, dat heeft er ook mee te maken, maar daar was toen helemaal geen werk in. Dus van lieverlee ben ik allemaal andere dingen gaan doen en heb ik nu een klusbedrijfje, maar daar heeft altijd iets achter gezeten. Je kunt je hele leven lang werken voor een huis, een auto en boterham en dat is prima; als dat goed voor je is, dan is dat goed voor je. En ik wil wat anders doen. Ik wil ergens iets toevoegen. Al is het maar die 9 maanden, dan is het dat. Het grappige is dat als je met 47 mensen op een training van AzG praat, dan hebben zij allemaal hetzelfde, die neuzen staan allemaal dezelfde kant op; iets dóen.
Iets doen, daar gaat het om?
“Ja, je kunt ook geld in een collectebus stoppen, dat moet ook gebeuren. En je kunt ook zeggen, ik ga erheen”.
Waar kijk je het meest naar uit?
“Poeh, dat is een goeie. Ik ben vooral heel benieuwd naar het werk. En ik ben benieuwd hoe ik functioneer in zo’n team. Het is een heel klein team, bestaande uit 5 mensen, aangevuld met lokale staf. Ik ben heel benieuwd hoe het gaat; het zijn allemaal mensen met een drive, dus ik verwacht wel dat je met elkaar moet kunnen werken”.
Wat lijkt je lastig wat je daar te zien kan krijgen?
“Het lijkt mij heel lastig als je met lijdende kindjes te maken krijgt, dat lijkt mij echt zwaar”.
En het van huis weg zijn?
“Ik heb er geen zicht op maar denk dat ik het wel moeilijk zal gaan vinden, met name natuurlijk met de kinderen. Dat wordt wel een dingetje”.
Stel we zijn 10 maanden verder en een maand na je terugkomst zitten wij weer hier en we blikken terug. Wanneer zou jij zeggen: het is een goede keuze geweest, het was van meerwaarde?
“Jemig,…. eigenlijk is maar één ding meetbaar voor mij, als ik denk dat ik daar naar behoren mijn werk heb kunnen doen, dus als ik achteraf denk: ‘Ik heb dat goed gedaan, het is blijven draaien, het is misschien zelfs wat beter geworden, het team heeft goed gefunctioneerd, we hebben ons doel bereikt’, hoewel het doel niet ophoudt als ik daar weg ben”.
Wat kunnen wij als club doen?
“Mijn tennisclubje van de maandagavond heeft besloten om – zolang ik in Congo zit – zich in te willen zetten om geld te genereren voor AzG. Wat zij precies gaan doen, weet ik nog niet. Ik heb al wel de term horen vallen: ‘Tennis zonder grenzen’. Zij willen het in ieder geval onder de aandacht houden zolang als ik daar ben, af en toe de club erover informeren, gebruik makend ook van mijn weblog dat ik bij ga houden.
Ik vind het al leuk dat er ruchtbaarheid aan word gegeven. Dat er geld wordt gegenereerd, bijvoorbeeld een bus neerzetten bij toernooien en kijken of mensen er wat in willen gooien. De maandagavondclub heeft ook contact gezocht met AzG om daar wat ondersteuning bij te krijgen. Die zijn daar natuurlijk ook kien op, dit soort initiatieven vinden zij hartstikke leuk”.
Nog andere zaken die je de clubleden mee wil geven?
“Nou, nee. Grote belerende dingen hoef ik denk ik niet te gaan zeggen. Probeer te blijven volgen wat ik doe als je dat leuk vindt. Kijk wat er binnen de club gebeurt met dit projectje en laat misschien eens een keer wat centjes achter”.
Je kunt Sjon volgen via zijn blog http://congojohnny.waarbenjij.nu/
Nieuwscategorieën