Column van AJ | LOT 2014 | Dag 7
13 juli 2014
Dag 7. We moeten trots zijn.
We moeten trots zijn. Ik hoor het regelmatig de laatste dagen. We moeten trots zijn. Als een soort mantra. We moeten trots zijn. We mogen trots zijn op deze groep en de prestaties. Dit had namelijk vooraf nooit iemand verwacht, wordt mij door de kenners verteld. De superlatieven zijn niet van de lucht. De beste groep ooit waar ons Louis mee heeft gespeeld. Synergie tussen spelers, coach en technische staf. De interviewer op radio 1 denkt even na en vraagt vervolgens aan zijn gast: “Mogen we trots zijn?”. En de gast beaamt gretig: “Mogen? We móeten met zijn allen trots zijn!” Het wordt zo vaak herhaald en gezegd dat ik mij afvraag waarom. Waarom wordt dit er zo in getimmerd? Hebben wij het nodig? Is ons calvinistische volkje van ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ eigenlijk niet gediend van enige trots? Is het niet normaal dat je je werk naar behoren doet? Was er vooraf zoveel schaamte over ons elftal en voelen we ons nu collectief verlost? Hadden we ons ook trots mogen en/of moeten voelen als we de groepsfase niet waren doorgekomen? Waar zijn we eigenlijk precies trots op?
En hoe is dat eigenlijk met jóu? Het finale weekend gaat starten en je doet nog steeds mee met dit prachtige toernooi. Ben je trots op jezelf? Waarom wel of waarom niet? Mag je trots zijn op jezelf? Mogen wij trots zijn op jou? Of is dat een beetje gek? Is het niet een hele prestatie zo ver te zijn gekomen met zicht op meer? Ze hebben gelijk. We moeten trots zijn. Op onszelf, op ons doorzettingsvermogen, op die perfect geslagen bal, op onze vechtlust, op ons wedstrijdplan, op ons publiek en wat al nog niet meer. We moeten trots zijn!
Nieuwscategorieën