Column van AJ | Iets met een kleurtje

09 mei 2014

‘Iets met een kleurtje’, kent u die uitdrukking? Ik betrapte mijzelf op die gedachte toen ik besloot om maar weer eens nieuwe tennisschoenen aan te schaffen. Het oude paar was goed versleten waardoor ik al geregeld onderuit was gegaan. Om van de scheuren aan de zijkant net boven de zolen maar te zwijgen. Tijd dus voor nieuwe schoenen dacht ik strijdlustig. ‘Maar niet meer van die saaie hoor’, was de eerste gedachte, ‘iets met een kleurtje’. Mmmmm, iets met een kleurtje; dat klonk goed! Op naar de tennisschoenverkoopwinkel en even later stond ik voor een muur met schoenen. Ik weet dan nooit goed wat ik moet doen. Het zegt mij werkelijk niets. Ja, het zijn schoenen. Saaie ook, veelal wit, grijs en soms een leuk zwart randje met merknamen die er weliswaar duidelijk op staan, maar die mij ook weer niets zeggen.

En daar stond ik te kijken naar, tja, naar wat. Ik wist het niet. Op grond waarvan kies je voor een bepaald soort schoen? De schoen moet goed zitten, “goed voelen”, leerde ik door de tennisschoenverkoper, en “dat is heel persoonlijk”. Oké, eerst maar eens passen dan. Vervolgens enige rondjes door de zaak, waarbij het altijd lastig is je goed te concentreren op je voeten en de schoenen en je verder niet af te laten leiden door alles wat je zou kunnen afleiden. Goed dus de voeten en de schoenen voelen. Na een paar rondjes op verschillende schoenen rond gesjouwd te hebben, was ik er wel uit. Daar houd ik ook van; niet dralen, snel tot een keuze komen en afrekenen.

Blijkbaar keek ik nog niet echt tevreden, want ik zag een zorgelijke blik van de tennisschoenverkoper in mijn richting. Ik stamelde wat en toen kwam het hoge woord eruit: ‘Iets met kleurtje’. “Sorry?”, zei de tennisschoenverkoper, “zei u wat?”. ‘Iets met een kleurtje, heeft u ook iets met een kleurtje?’, stotterde ik. “Zeker wel, die schoenen die u nu aan heeft, heb ik ook in andere kleuren”. Aha, now we’re talking! De verkoper verdween achter de muur met schoenen om even later triomfantelijk terug te keren met felgele halogeenachtige schoenen. En toen,…. toen werd het stil in mij,…... Allerlei beelden en gedachten tuimelden over elkaar. Over Assepoester en passende glazen muiltjes; over Nadal die bij Roland Garros van die mooie schoentjes aanhad, die toonden dat hij voor de zoveelste keer het evenement zou winnen; over de grootste voetbalsterren op deze aardbol die graag hun armetierig schoeisel zouden inruilen voor deze prachtige goudgele tennismuiltjes. ‘Ja ik doe het’, zei ik en ik was al op weg naar de kassa waar ik vol trots mijn pinpas trok en om mij heen keek of de andere klanten mijn nieuwe aankoop wel hadden gezien.

De gasten op het terras van de tennisclub waar ik een paar dagen later een heren dubbel zou gaan spelen, zagen het in ieder geval overduidelijk. Ik zag de verschillende gebruinde koppies met stoere zonnebrillen (sommige zo groot als de voorruit van een vrachtwagen) mij aandachtig volgen toen ik mij kwam melden. Tja dacht ik, dat zie je ook niet elke dag dit soort toffe geelgoude halogeenachtige tennisschoenen.

Bij de toernooileiding kreeg ik te horen op welk veld we zouden spelen. Zou het dicht bij het terras zijn? Op één van de hoofdbanen? Of de banen er vlak achter? Nee, we speelden op de aller, aller, allerlaatste baan, voor mijn gevoel ergens in een weiland. De goudgele muiltjes dropen al wat af. Ik betrapte mijzelf op de gedachte of ik eigenlijk wel het recht had om deze prachtige schoentjes te dragen. Wellicht paste het niet bij mijn niveau van 7.

Toen ik ergens in het weiland stond te spelen was er ook verdacht weinig interesse van de verschillende gebruinde koppies met stoere zonnebrillen. Mijn dubbelmaatje keek wat vertwijfeld naar mijn schoenen en bij de kennismaking met onze tegenstanders, keken wij beiden wat vertwijfeld naar de schoenen van één van onze tegenstanders. Prachtige tennisschoenen had hij aan zeg, halogeengroene tennisschoenen, Hulk of ET waardig. Zijn partner keek naar mijn goudgele muiltjes en naar de Kermit de kikker schoenen van zijn dubbelpartner en kon een opmerking niet onderdrukken: “Als de lichten uitvallen, zijn jullie in ieder geval nog altijd goed zichtbaar”. En het was nog geeneens avond. De partij werd uiteindelijk een verschrikkelijke martelgang, één groot pak slaag, waarna we plaats namen op het zonovergoten terras. De zon was heet die dag en ik had gespeeld zonder pet. Ik was er niet meer helemaal bij en zat te turen naar mijn schoenen. Naar mijn tennisschoenen. Naar mijn nieuwe tennisschoenen. Die zijn namelijk best mooi, ze hebben namelijk een kleurtje.

AJ

Nieuwscategorieën