Interview met Martin Disveld
11 oktober 2024



Het staat buiten kijf dat actieve vrijwilligers van groot belang zijn voor een sportclub. Het zijn vaak de stille krachten achter de schermen. Dat is niet anders voor de LLTV. Eén van hun is Martin Disveld, die ook als actieve tennisser actief was bij de club. Het is tijd voor een grondig interview met hem.
De naam Disveld is zeer bekend in Lent. Kan je daar iets over vertellen, Martin?
Jazeker; de familie Disveld is een grote familie in Lent. Mijn opa en oma hadden liefst 11 kinderen, die ook allemaal weer grote gezinnen hadden. De familie had een duidelijke link met het voetbal in Lent.
Een aantal ooms van mij speelden in het 1e van DVOL. Zelf kwam ik ook vrij automatisch in de familietraditie bij DVOL terecht. Daar heb ik sporadisch in het 1e gespeeld, en zat ik in de A selectie. Het in Lent vrij bekende Disveld-toernooi heb ik mee helpen oprichten en heb daar zelf nog aan meegedaan. De grootste doodschop die ik in het voetbal ooit heb gehad was trouwens van een neef van mij (die ook lid van de LLTV is geweest). Op mijn kwetsbare linkerknie ook nog, en dat tijdens het onderlinge afsluitingstoernooi van het voetbaljaar.
ACTIEVE CARRIERE
Hoe lang ben je al lid van de LLTV ?
Ik ben in 1993 lid geworden. Toen zaten we nog op het oude park aan de Visveldsestraat. Met een groepje oud-voetballers van DVOL zijn we toen eigenlijk gezamenlijk lid geworden. Te noemen zijn bijvoorbeeld Pim Rensen, Ruud Elbers en Rene van Krevel.
Je was met Ruud Elbers in het verleden een geducht duo in de Herendubbel. Wat waren de grootste successen?
We zijn drie keer clubkampioen geworden. Bijna 3 opeenvolgende jaren, allemaal op het oude park. Eén keer ging het mis toen we tegen Herman Maassen -een geduchte tegenstander- en zijn compagnon moesten aantreden. We speelden in de halve finale tegen hem en zijn maatje en zij schakelden ons uit. Dat jaar wonnen we de titel dus niet. Herman veinsde een blessure en daar raakten wij volledig door van ons stuk, ook al stonden we 5-1 voor in de beslissende set. Annette (redactie: de ega van Ruud Elbers) ging eerder weg en zei tegen Ruud: “morgen finale, hé ” maar dat liep dus even heel anders. Herman won de volgende dag met zijn maatje de titel.
Zelf heb ik lang zomeravond- en zaterdagcompetitie gespeeld. Na enkele wedstrijden in de Ooij kwamen we een keer pas woensdagnacht om 3.30 uur thuis. Onze chauffeur van toen, een invaller, reed maar 30 km per uur terug in een heel slechte auto. Bovendien zag hij met één oog helemaal niks. Thuisgekomen kon ik maar niet in slaap komen (lachen) om wat we hadden meegemaakt. En in Westervoort hebben we nog een keer na een zaterdagcompetitiewedstrijd heel lang op de dansvloer gestaan.
Op een gegeven moment kwam de klad erin, je begon met blessures te tobben?
Klopt, dat was rond 2019, nog vóór de coronacrisis. Ik had al 2 operaties aan mijn linkerknie gehad; de meniscus en artrose waren de boosdoeners . De knie werd er in de loop der jaren niet beter op en begon steeds meer op te spelen. Mijn eigen spelniveau daalde.
Het tennissen ging steeds moeilijker en goed positie innemen werd een probleem. Tijdens een competitiewedstrijd verdraaide ik mij knie. Langzamerhand kwam het besef dat ik er beter mee kon stoppen, ook omdat ik dus mijn niveau niet meer haalde. Dat was rond 2020.
LLTV-VRIJWILLIGER
Wanneer ben je eigenlijk als vrijwilliger begonnen ?
Samen met Lex de Nijs ben Ruud Elbers en ik zijn op een gegeven begonnen met de organisatie van het SLOT. Het idee van het SLOT was overigens door Harm van der Velden bedacht, ere wie ere toekomt. Het SLOT begon al op de oude locatie van de club. Ik zat toen in de toernooicommissie van het SLOT.
Welke activiteiten ging je nog meer doen als vrijwilliger voor de club?
Met Lex de Nijs en Ruud Elbers heb ik ook enkele jaren geregeld bardiensten gedraaid.
Voor de oude locatie had ik een ontwerp voor kleedkamers en goede doucheruimte ontworpen. Maar dat plan ging niet door omdat de gemeente woningbouw had bedacht op de plek van de tennisclub aan de Visveldsestraat.
Bij de verplaatsing van het park door de gemeente naar de huidige locatie heb ik voor het bestuur het technische gedeelte waargenomen. Dat hield in dat ik het “programma van eisen”(PvE) namens de LLTV heb opgesteld. Tijdens de bouw had ik bouwvergaderingen met de gemeente en deed geregeld toezicht.
Ik mag denk ik wel zeggen dat ik de geestelijk vader was van de indeling van het park. De verhoogde zitjes (een uniek concept bij tennisparken!) en de centrale plek van het verhoogde clubgebouw waren centrale uitgangspunten daarbij. Dat speelde in de periode 2000-2005. Arie Smits, destijds de voorzitter, heeft toen trouwens uitstekend onderhandeld met de gemeente .
Hoe kijk je terug op dat traject?
Met heel veel tevredenheid; ik kan daar met gepaste trots op terug kijken. De gemeente wilde gelukkig meebetalen aan de ideeën van de verhoogde zitjes en het verhoogde clubgebouw. Als ik toch een minpuntje moet noemen: het clubgebouw was door de architect van de gemeente ontworpen en had volgens mij wat beter gekund. Dat had te maken met de nogal eigengereide visie van de architect, die ook het clubgebouw van DVOL en de damclub had ontworpen.
Wat doe je momenteel met name voor de club?
Voor de club heb ik een onderhoudsplan gemaakt dat nu in beheer is bij Michel van Tilborg.
De aanbesteding en bouw van de terrasoverkapping heb ik van begin tot eind begeleid.
Bij de vervanging van de baansoort van kunstgras naar smashcourt was ik ook betrokken, samen met o.a. Frank Vermeer.
Bij de totstandkoming van de hellingbaan heb ik ook een rol gehad. Die hellingbaan is gunstig in gebruik voor zowel minder validen, kinderwagens en de trainers met hun attributen.
De uitbreiding van het park met 2 banen extra doe ik ook in het kader van technische ondersteuning van het bestuur. De vorderingen met de gemeente lopen niet erg vlot helaas. We hebben daar eind 2023 een vergunning voor aangevraagd en daarvoor hopen we binnenkort groen licht te krijgen.
Hoe zie je de toekomst van de club?
Ik hoop in ieder geval dat we tot in lengte van dagen op deze plek kunnen blijven. Het sportpark heeft een verbindende functie voor de omgeving. Het zou mooi zijn als de club op de huidige plek kan blijven. Mijn dochter en schoonzoon zijn onlangs lid geworden, hopelijk straks ook de kleinkinderen.
Ik zie geen enkele bedreiging voor de club, in de zin van minder leden. Er worden alleen maar meer woningen bijgebouwd rondom de club en we hebben heel actieve trainersstaf. De nieuwbouw zal als bijkomend voordeel hebben dat de wind minder vat zal krijgen op het park. Dat laatste was in 2005-2006 wel een probleem toen er nog bijna geen bomen waren.
Is de binding met de club anders als je niet meer actief tennist maar alleen nog maar vrijwilliger bent?
Ik ken wat minder mensen door de vele nieuwe leden, maar ik blijf bereid mijn kennis en ervaring te blijven inzetten voor de club. Het bestuur weet me te vinden voor allerlei dingen (nieuwe pasjes, nieuwe inrichting kantine, daarvoor heb ik onlangs nog een PvE geschreven).
Als er ergens offertes voor worden gevraagd, dan word ik gevraagd kritisch mee te lezen en lever ik mijn input.
Wat zijn de hobby’s buiten de LLTV ?
Schilderen, wielrennen, tuinieren & snoeien (thuis en in de wijk) en timmeren voor mezelf.
Voor mijn werk ben ik in 25, met name Afrikaanse landen geweest. Daar schrijf ik momenteel mijn reisverhalen over.
Aan mijn verblijf voor mijn werk in Ethiopië heb ik een vriend overgehouden die ik heb geholpen met een inzamelactie ten behoeve van een huisartsenpost voor zijn gemeenschap. Voor deze huisartsenpost heb ik het ontwerp gemaakt en vorig jaar heb ik nog kunnen meehelpen met de start van de bouw. Door de politieke en militaire instabiliteit ("code rood") is het voor mij nu helaas niet verantwoord om daar op bezoek te gaan.
Momenteel geef ik 1 keer per week fietsles voor vluchtelingen op het Opvangcentrum achter het Citadel College voor mensen uit o.a. Eritrea, Jemen en Syrië. Je krijgt er veel lieve reacties voor terug.
En zeker niet in de laatste plaats, maar samen met mijn vrouw Annie pas ik ook geregeld op de kleinkinderen.
Nieuwscategorieën